Werkstuk

Hier is een werkstuk die je kan kopiëren en plakken in word, en dan uit kan printen, heel makkelijk en snel, dus doe het (klik ook op de verticale streepjes). Er staat ook al vast een bronvermelding bij, dat is meestal nodig bij een werkstuk, dus minder werk.

 

 

Het leven van George Washington    

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstukken:

 

1. Koloniale tijd

2. Amerikaanse revolutie

3. Strijd om de Grondwet en presidentschap

4. Eerste termijn

5. Tweede termijn en afscheid

6. Pensionering en postume eerbewijzen

7. Washington familieman

8. Historische betekenis

9. Godsdienstige achtergrond

10. Martha Washington

11. Munten met het hoofd van Martha Washington En een foto van haar.

 12. Kabinetsleden onder Washington

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Koloniale tijd

 

 

George Washington werd in 1732 geboren in een welvarende familie van Engelse afkomst. Zijn vader overleed toen Washington 11 jaar oud was en kort daarna verhuisde hij naar Mount Vernon. Opgeleid als landmeter hielp Washington de stad Belhaven plannen, nu Alexandria geheten. In 1752 overleed zijn halfbroer Lawrence en erfde Washington het landgoed Mount Vernon.

In de jaren 1750 bereikte de rivaliteit tussen Engeland en Frankrijk over koloniale aspiraties in Noord-Amerika langzaam een hoogtepunt. In 1753 bracht Washington als vrijwilliger tevergeefs een ultimatum over aan de Franse commandant in het huidige Ohio. Na terugkomst werd Washington gepromoveerd tot luitenant-kolonel in de Virginia-militie. Hij leidde een missie naar de Ohio River en bouwde Fort Necessity als antwoord op de forten die de Fransen al hadden gebouwd in het gebied. Na een kort gevecht en omringd door Franse troepen gaf Washington zich over en marcheerde hij zijn troepen terug naar de hoofdstad van Virginia, Richmond.

Korte tijd hierna brak de Franse en Indiaanse oorlog uit en begeleidde hij generaal Edward Braddock bij diens expeditie om Ohio op de Fransen te veroveren. Hoewel deze expeditie op een fiasco uitliep toonde Washington zijn leiderschap door, onder vuur van de vijand, koelbloedig te blijven en zijn troepen terug te trekken. In 1755 werd Washington gepromoveerd tot kolonel en opperbevelhebber van de Virginia Militia.

Nadat de grenzen van Virginia veiliggesteld waren van Franse aanvallen trad Washington terug uit de militie om zich meer te wijden aan zijn landgoed. In 1759 trouwde hij met de welvarende weduwe Martha Dandridge Custis en ging hij zich actief bezighouden in de politiek. Hij werd lid van de volksvertegenwoordiging in Virginia waar hij langzaamaan zich steeds meer begon af te keren van het Britse beleid in de koloniën

 

 

 

   Amerikaanse Revolutie

 

Leger, omdat de vrijwillige militie, het burgerleger, niet bij machte zou zijn de Britse beroepssoldaten te verslaan. George Washington, hoofd van de militie van Virginia, werd benoemd tot opperbevelhebber.
De afgevaardigden zagen zich zelf In 1774, toen de spanningen in de koloniën verder opliepen, werd Washington gekozen als afgevaardigde van Virginia tot het eerste Continental Congress. Ook in het tweede Continental Congress was hij afgevaardigd en daar werd hij in 1775 unaniem gekozen als opperbevelhebber van de koloniale strijdkrachten.

Washington nam het bevel op zich over de troepen rond Boston en begon het leger van burgersoldaten op te leiden. In maart van 1776 verdreef hij de Britten uit Boston, maar zijn verdediging van New York City liep hopeloos fout. Het merendeel van de koloniale troepen wist zich dankzij Washington echter in veiligheid te brengen, maar de gevechten leken in deze fase van de Revolutie in het voordeel van de Britten te lopen.

De Amerikaanse Revolutie was het proces waardoor de 13 Britse koloniën in Noord-Amerika een aparte natie werden. De Amerikaanse Revolutie begon op 19 april 1775, toen Britse troepen onderweg waren naar Concord in de staat Massachusetts en stuitten op gewapend verzet bij Lexington. Er braken gevechten uit waarbij acht Amerikanen werden gedood. De Revolutie was voorbij toen in 1791 de Bill of Rights deel werd van de Grondwet. De Amerikaanse Revolutie is te verdelen in drie overlappende elementen. Ten eerste was er de verandering in de manier van denken, zowel in de Amerikaanse koloniën als in Groot-Brittannië, waardoor de mening ontstond dat mensen het recht hadden hun eigen regeringsvorm te kiezen (zelfbeschikkingsrecht). Een van de logische gevolgen van deze nieuwe ideeën was dat een volk het recht had zich te ontdoen van een regeringsvorm die zij niet zelf hadden gekozen. Dit deel van de omwenteling kwam slechts langzaam tot stand, en in veel gevallen met tegenzin. Toen de oorlog uitbrak werd deze door veel Amerikanen beschouwd als een burgeroorlog en niet als een onafhankelijkheidsoorlog. Het tweede deel van de revolutie was de oorlog zelf; de krachtproef die de Amerikanen hun onafhankelijkheid bezorgde. Het laatste deel was de constitutionele revolutie. Het nieuwe denken en de militaire overwinning versmolten tot een unieke regeringsvorm.

De eerste twee fasen van de Amerikaanse Revolutie kwamen nu bijeen. Hoewel het verbreken van de banden met Groot-Brittannië nu was begonnen, was de revolutie in denkwijze bij lange na niet voltooid. De meeste kolonialen beschouwden zichzelf nog altijd als Brits en hoopten op een vredige oplossing, zoniet met het parlement, dan wel met de koning.
Ondertussen ging de oorlog door. In dit stadium vonden de gevechten vooral plaats rond Boston en langs de grens met Canada, dat nog altijd trouw was aan de Britten. Britse strijdkrachten in de haven van Boston werden belegerd door militietroepen uit heel New England. De Amerikanen boekten wat succes met de verovering van Bunker Hill, van waaruit zij de stad konden bombarderen. Het enige grote gevecht werd geleverd op 17 juni 1775, toen de Britten 1000 man verloren bij de herovering van Bunker Hill. De Amerikanen hadden meer succes aan het Canadese front. Ze trokken langzaam maar zeker op naar het noorden en bezetten Montreal in november.
Te midden van geroep om ‘De Vrijheid of de Dood!’ kwam in mei 1775 een Tweede Continentaal Congres bijeen. Om de vrijheid zeker te stellen, namen de afgevaardigden de rol van tijdelijke regering op zich. Er werden comités aangesteld om financiën en buitenlandse zaken te behartigen. De Amerikanen vormden op 15 juni een eigen beroepsleger, het Continentale niet als verraders en verlangden ook niet naar de dood. De meeste wilden nog altijd een vreedzame schikking met de Britten. Zij stelden een Olijftakpetitie op voor George III, waarin zij uitlegden dat zij geen bezwaar hadden tegen hem, maar tegen zijn dominante Parlement. De volgende dag zetten de afgevaardigden hun standpunt uiteen in de ‘Verklaring van de Oorzaken en Noodzaak de Wapens Op te Nemen’. Daarna begonnen zij, in afwachting van de reactie van hun koning, met de opbouw van een oorlogsvloot; ze hielden geheime onderhandelingen met andere mogendheden voor steun en moedigden de koloniën aan veiligheidscomités op te richten om militaire operaties te leiden. De meeste koninklijke gouverneurs waren ondertussen naar het buitland gevlucht.
Het jaar werd in mineurstemming afgesloten: George III verwierp de petitie van het Congres, verklaarde dat Amerika in opstand was en noemde alle afgevaardigden van het Congres landverraders. Groot-Brittannië verbood alle handel met Amerika en nam 20.000 Duitse huurlingen (beroepssoldaten) in dienst om in de koloniën te vechten. Voor de Amerikanen werd de keuze tussen ‘de Vrijheid of de Dood’ nu werkelijkheid.

 

 

 

 

In het begin van 1776 publiceerde Tom Paine een vijandige aanval op de koning. De naam van het pamflet was Common Sence (Gezond Verstand) en er werden in drie maanden tijd 12.000 exemplaren van verkocht. Maar dan enig ander drong Paine er bij de Amerikanen op aan dat ze zouden strijden voor totale onafhankelijkheid.
In april 1776 was North Carolina de eerste kolonie die de afgevaardigden naar het Congres opdracht gaf voor onafhankelijkheid te stemmen. In mei deed Virginia hetzelfde. Op 7 juni stelde de afgevaardigde uit Virginia, Richard Henry Lee, voor ‘dat dit Verenigde Kolonies zijn, en het recht zouden moeten hebben vrije en onafhankelijke staten te worden.’
Op 11 juni 1776 benoemde het Congres een comité van vijf mannen; Benjamin Franklin, Thomas Jefferson, John Adams, Robert Livingston en Roger Sherman, om een Verklaring van Onafhankelijkheid op te stellen. Terwijl de Onafhankelijkheid werd opgesteld in juni en juli, zorgde de kwestie van onafhankelijkheid nog steeds voor verhitte debatten. Sommige kolonies, waaronder Pennsylvania en New York, besloten pas op het allerlaatste moment de onafhankelijkheid te steunen. Maar op 4 juli 1776 werd de Verklaring, waarvan de eerste opzet was gemaakt door Thomas Jefferson, dan toch goedgekeurd.
De Verklaring bevatte revolutionaire politieke ideeën. Het verwoordde een idealistisch geloof in gelijkheid, mensenrechten en bestuur met algemene instemming: ‘We houden deze waarheden als zichzelf bewijzend; dat alle mensen gelijk geschapen zijn; dat hen door hun Schepper zekere onvervreemdbare rechten gegeven zijn; dat hiertoe behoren leven, vrijheid, en het streven naar geluk; dat om deze rechten te waarborgen er regeringen zijn ingesteld van mannen, die hun macht ontlenen aan het gekozen zijn door de bestuurden; dat wanneer enige vorm van bestuur deze rechten veronachtzaamt, het het recht van het volk is om het bestuur te veranderen of af te zetten.’
De eerste man die de Onafhankelijkheidsverklaring ondertekende was John Hancock. Hij tekende zo zwierig, dat zijn naam in de volksmond in Amerika gebruikt wordt voor het woord handtekening. De dertien kolonies werden de Verenigde Kolonies. In september werd de naam gewijzigd in de Verenigde Staten. Een nieuw tijdperk in de geschiedenis van de mensheid was begonnen.

 

 

 

De Onafhankelijkheidsoorlog werd uitgevochten door kleine legers geleid door de gebruikelijke inefficiënte en zelfs onbekwame bevelhebbers in verwarde campagnes. Hoewel zo’n 400.000 Amerikanen zich aansloten bij hun plaatselijke militie of het Continentale Leger, dienden zij meestal maar enkele maanden. Het totaal aantal mannen onder de wapenen bleef gedurende de hele oorlog onder de 30.000 en de Amerikaanse opperbevelhebber George Washington kon slechts op 5.000 beroepssoldaten rekenen. Het Britse beroepsleger had veel buitenlandse huurlingen in dienst en was groter, maar niet groot genoeg om de Amerikanen te temmen.
De Britten hielden tot maart 1776 stand in Boston; toen trokken ze zich uit de stad terug. In juni leden ze nog een nederlaag in Charleston, South Carolina. In het noorden hadden ze echter meer geluk, toen de Amerikanen er niet in slaagden Quebec in te nemen en afzagen van een invasie van Canada.
Ondertussen landde een grote Britse troepenmacht, onder leiding van generaal William Howe en zijn broer admiraal Lord Richard Howe, op Long Island en verdreef Washington uit New York. Na deze nederlaag leek de Amerikaanse strijd om onafhankelijkheid verloren. Washington hernam het voortouw met een vermetel Kerstoffensief over de rivier de Delaware, wat hem 1.000 gevangenen opleverde en zijn landgenoten aanspoorde tot krachtiger verzet.
De campagnes van het jaar daarop,1777, veranderden het verloop van de oorlog. De Britten wilden het noorden van het zuiden scheiden en elk apart overwinnen. Generaal John Burgoyne trok langzaam op vanuit Canada om zich bij de rivier de Hudson bij Howe aan te sluiten. Howe besloot echter niet op hem te wachten en ging over zee naar Pennsylvania. Hij versloeg Washington bij Brandywine Creek op 11 september en trok twee weken later de Amerikaanse hoofdstad Philidelphia binnen. Hij was nu echter te laat om terug te keren en Burgoyne te helpen, die zich een weg gebaand had tot de Hudson. Na te zijn verslagen door de Amerikaanse generaals Benedict Arnold en Horatio Gates, gaf Burgoyne zich op 17 oktober over in Saratoga. Door deze overwinning bloeide de hoop op aan beide zijden van de Atlantische Oceaan, en de Fransen, die de Amerikanen al sinds 1776 in het geheim hielpen, waren eindelijk bereid tot een openlijke oorlog met Groot-Brittannië.

 

 

 

 

 

 

 

Strijd om de Grondwet en presidentschap

 

 

Na de Revolutie wilde Washington niets liever dan zijn oude levensstijl weer oppakken. Hoewel hij zeer bekend was en een bijna koninklijke aanhang had, voelde hij niets voor een positie van belang. In 1787 echter, toen duidelijk werd dat de huidige bestuurlijke organisatie van het land niet efficiënt en daadkrachtig genoeg was (via de Articles of Confederation), werd Washington afgevaardigd naar de Constitutional Convention in Philadelphia.

De conventie in Philadelphia werd het toneel van heftige discussies tussen voor- en tegenstanders van een sterke overheid. Washingtons invloed daar was van groot belang hoewel hij zelden actief meedeed aan de beraadslagingen. Over het algemeen steunde hij de totstandkoming van een daadkrachtige federale regering en zijn steun trok veel twijfelaars over de streep. Na goedkeuring van de nieuwe grondwet door de staten van de Unie werd Washington unaniem gekozen tot de eerste president van de Verenigde Staten.

 

Eerste termijn

Op 30 april 1789 werd Washington in New York City ingehuldigd als president met John Adams als zijn vicepresident. Hij was zich er terdege van bewust dat zijn daden als president een groot precedent zou scheppen voor alle toekomstige presidenten. Hoewel hij formeel geen partijbelangen behartigde - hij hoopte dat de Amerikaanse politiek partijloos zou blijven - had hij meer gemeen met de Federalisten geleid door minister van Financiën (Secretary of the Treasury) Alexander Hamilton dan met de Democratische-Republikeinen van Thomas Jefferson.

Als eerste president was Washington de enige die het gehele Hooggerechtshof kon benoemen. In 1791 overzag Washington de keuze en planning voor de federale hoofdstad aan de rivier Potomac, het latere Washington D.C..

 

Tweede termijn en afscheid

In 1792 werd Washington opnieuw, unaniem, gekozen tot president. Een van de grootste problemen in het begin van zijn tweede termijn waren de hernieuwde spanningen tussen Groot-Brittannië en Frankrijk. Zijn sympathie in deze dreigende oorlog ging meer uit naar de Britten dan naar zijn oude Franse bondgenoten mede doordat hij de chaos die ontstond door de Franse Revolutie verafschuwde. Hij wist zijn land evenwel neutraal te houden, tot ergernis van de pro-Franse sentimenten van een deel van het land.

In de laatste fase van zijn presidentschap sloten de Verenigde Staten een verdrag met Groot-Brittannië (de zg. Jay's Treaty) dat eindelijk de terugtrekking van alle Britse troepen uit de VS regelde. Bij het verlaten van de actieve politiek hield Washington een toespraak (per brief) tot zijn volk die tot één der belangrijkste toespraken van een president zou worden. Hierin waarschuwde Washington onder andere voor te nauwe bondgenootschappen met andere landen. Na het presidentschap te hebben overgedragen aan de nieuw verkozen John Adams, trok Washington zich weer terug op het door hem zo geliefde Mount Vernon.

George Washington heeft zich na twee ambtstermijnen niet meer herkiesbaar gesteld, maar herverkiezing bleef wel wettelijk onbeperkt mogelijk. F.D. Roosevelt werd vier maal gekozen: in 1932, 1936, 1940 en 1944. Daarna werd het aantal ambtstermijnen in de Grondwet beperkt tot twee.

Pensionering en postume eerbewijzen

 

 

Washington wijdde zich aan het landgoed Mount Vernon na het verlaten van de landelijke politiek, hoewel hij met tegenzin wel het bevel over het leger op zich nam toen er oorlog met Frankrijk dreigde in 1798. Die oorlog bleef echter uit. Eind 1799 bleek een keelontsteking Washington fataal te worden. Washington overleed op 67-jarige leeftijd op zijn landgoed. Hij werd aldaar begraven in het familiegraf.

Kort na zijn dood kenschetste Harry Lee, die met Washington diende in de Revolutie, de "vader des vaderlands" van de Verenigde Staten met de woorden: "a citizen, first in war, first in peace, and first in the hearts of his countrymen". In 1976 nam het Congres een wet aan die Washington postuum en met terugwerkende kracht promoveerde tot de hoogste rang van het Amerikaanse leger, dat van Generaal van de strijdkrachten (General of the Armies) per 4 juli 1776, de datum van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring.

De vele precedenten die hij schiep gedurende zijn presidentschap worden nog steeds gevolgd. Naar hem zijn vernoemd de staat Washington, de Federale hoofdstad, diverse steden en andere geografische plaatsen. Ook zijn er vele monumenten voor hem opgericht waaronder het Washington Monument in Washington, DC, en de triomfboog in het Washington Square Park aan het begin van Fifth Avenue. Zijn portret siert de Quarter (25 cent muntstuk) en het 1 Dollar biljet.

Washington was dankzij zijn inzet in de Amerikaanse vrijheidsoorlog een der Cincinnati. Zijn met diamanten versierde adelaar van dit gezelschap wordt door de President van de Cincinnati gedragen omdat Washington geen nakomelingen naliet.

 

 

Washington familieman

In 1759 trouwt hij met een weduwe, Martha Dandrige Custis. Deze zeer goede partij uit die tijd was in het bezit van het landgoed “Het Witte Huis” met uitgestrekte landerijen. Martha had al twee kinderen die Washington adopteerde, namelijk:

John Parke en Martha

 

 

Historische betekenis

Washington wordt algemeen door historici beschouwd als één van de belangrijkste en beste presidenten uit de Amerikaanse geschiedenis. In een onderzoek door Arthur M. Schlesinger sr. die de historicus in 1948 uitvoerde en een vervolgonderzoek in 1962 waarbij Schlesinger 75 historici om hun mening vroeg werd alleen Abraham Lincoln hoger ingeschat. Een onderzoek onder bijna 50 historici in 1982, uitgevoerd door de krant de Chicago Tribune noemde Washington de op twee na beste president. Ook andere onderzoeken noemen Washington regelmatig bij de eerste drie.

Godsdienstige achtergrond

President George Washington werd op 4 november 1752 ingewijd in een vrijmetselaarsloge in Fredericksburg. Tijdens een vrijmetselaarsceremonie op 18 september 1793 legde president George Washington de eerste steen van het Capitool in Washington D.C. Gehuld in vrijmetselaarsvoorschoot marcheerde de eerste president van de Verenigde Staten naar de bouwplaats waar de leden van een aantal loges op hem wachtten.

In 1788 werd Washington meester van de Alexandria-loge in Washington D.C. Voor deze loge werd het George Washington Masonic monument gebouwd. Voor dit enorme monument heeft “Pharos", de oude vuurtoren van Alexandrië in de Oudheid, model gestaan. Hoewel Washington geregeld met zijn vrouw in de kerk kwam, ging hij niet aan het avondmaal. Er zijn redenen om te vermoeden dat hij deïst was, maar zeker is het niet. In ieder geval was hij een uitgesproken voorstander van religieuze tolerantie.

 

 

Martha WashingtonMartha Washington

Martha Washington groeide op in een tijd dat slavernij wettelijk was in alle Amerikaanse koloniën. No record exists of her questioning the ethical or moral foundations of the "peculiar institution". Geen record bestaat van haar vraagtekens bij de ethische en morele grondslagen van de "bijzondere instelling". Na de dood van 1757 de eerste echtgenoot van Martha's, de weduwe kreeg een "bruidsschat aandeel", de levensduur van het gebruik (en de inkomsten uit) een derde van zijn landgoed, met de andere twee derde in trust gehouden voor hun minderjarige kinderen. The full Custis Estate contained plantations and farms totaling about 27 square miles (70 km 2 ), and 285 enslaved men, women, and children attached to those holdings. De volledige Custis Estate plantages en boerderijen die in totaal ongeveer 27 vierkante mijl (70 km 2), en 285 slaven mannen, vrouwen en kinderen verbonden aan die bedrijven. In 1759, Martha's dower share included at least 75 slaves. In 1759, Martha's bruidsschat aandeel opgenomen ten minste 75 slaven.

 

 

 

Munten met het hoofd van Martha Washington

En een foto van haar.

 

Obverse Voorzijde

 

Reverse Omgekeerde

 

Obverse (bronze medal) Voorzijde (brons)

 

 

 

Upon his 1759 marriage to Martha, George Washington became the legal manager of the Custis Estate, under court oversight.

 Following the 1757 death of Martha's first husband, the widow received a "dower share", the lifetime use of (and income from) one third of his estate, with the other two-thirds held in trust for their minor children. Kabinetsleden onder Washington

KABINETSLEDEN

MINISTERIE

Periode

Bijzonderheden:

John Jay

Buitenlandse Zaken

1789 - 1790

Presidentskandidaat 1789, 1796, 1800

Alexander Hamilton

Financiën

1789 - 1795

 

Henry Knox

Oorlog

1789 - 1794

 

Thomas Jefferson

Buitenlandse Zaken

1790 - 1793

Presidentskandidaat 1792, 1796
3e President van USA

Edward Randolph

Justitie

1790 - 1794

 

 

Buitenlandse Zaken

1794 - 1795

 

William Bradford

Justitie

1794 - 1795

 

Charles Lee

Justitie

1795 - 1797

Idem onder J.Adams

Oliver Wolcott jr.

Financiën

1795 - 1797

Idem onder J.Adams

Timothy Pickering

Buitenlandse Zaken

1795 - 1797

Idem onder J.Adams

 

Oorlog

1795 - 1796

 

James McHenry

Oorlog

1796 - 1797

Idem onder J.Adams

 

 

Bron: www.dekidos.tk